Mencari Plakat
Pangkalan data yang memuat 10.893 judul plakat dapat ditelusuri. Fungsi pencarian dapat digabung dengan pencarian di pangkalan data marginalia dan realia. Di banyak contoh kasus, teks plakat juga disisipkan di Catatan Harian Kastel Batavia. Namun, sisipan yang terdapat dalam catatan harian tidak muncul di jilid plakat yang sudah diterbitkan. Oleh karena itu, pangkalan data ini tidak dapat dianggap sebagai pangkalan data yang lengkap dan menyeluruh dari semua plakat yang dikeluarkan Kastel Batavia. Tanggal plakat dapat juga dicocokkan dengan realia yang memuat juga sejumlah plakat.
C. van Swoll
J. Mossel
D. van Cloon
J. Camphuys
J. van Riemsdijk
A.H. Wiese
J. Specx
J. Maetsuyker
P.A. van der Parra
H. Brouwer
A. Valckenier
J.P. Coen
W.A. Alting
J.W. Janssens
J. Thedens
R. van Goens
A. van Riebeeck
G.W. van Imhoff
M. de Haan
D. Durven
C. Reijniersz
P.G. van Overstraten
H. Zwaardecroon
C. Speelman
H.W. Daendels
P. de Carpentier
A. Patras
W. van Outhoorn
R. de Klerck
A. van Diemen
J. van Hoorn
C. van der Lijn
J. Siberg
Semua gubernur
Anda mencari hal tentang: Gubernur is C. van der Lijn.
Kami menemukan 76 hasil.
sembunyikan hasil pencarian
Jilid | Tanggal pemesanan | Deskripsi | Gubernur |
---|---|---|---|
Jilid 2, Halaman 107 | Sep. 11, 1646 | Aanstelling van een keurmeester van het beestiaal (slagtvee). ― Voorschriften nopens het verkoopen van vleesch. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 108 | Okt. 13, 1646 | Uitschrijving van een dank- en bededag wegens de inname van Hulst. [Tanggal Penerbitan Okt. 16, 1646] | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 108 | Nov. 9, 1646 | Verbod tegen het beschadigen en stelen van suikerriet, geplant buiten de stad Batavia. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 108 | Nov. 10, 1646 | Last voor de repatriërenden met de gereedliggende retourschepen om hunne actiën en pretentiën ten laste van de Compagnie op te geven aan de heeren C. Reijniersz en A. Caen, alsmede aan den opperkoopman, R. van Goens. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 108-109 | Nov. 10, 1646 | Vernieuwing van het verbod tegen particulieren handel op Nederland en tegen het vervoeren derwaarts van slaven. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 110 | Nov. 10, 1646 | Last: 1. op „alle ende een yder [dienaar der Compagnie], sonder de minste exceptie, voortaen haere boecken selver te houden, noyt op andere boeckhouders, adsistenten ofte wie het sij; te laeten staen, maer alsoo in ’t grootboeck ende in de reeckeninge, die aen d’overgaende persoonen geven ende wel perfectelijck te stellen sullen hebben, op wat schip sij getransporteert ende ter wat plaetse aen landt overgaen”; 2. op alle opper- en onderkooplieden, alsmede alle boekhouders, steeds eene copij hunnen boeken „in ’t nette” te houden, teneinde die „ter gerequireerde tijt soo tweevoudich aen den Oppercoopman van ’t soldijcomptoir over te leveren.” | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 110 | Dec. 8, 1646 | Uitschrijving van een bededag voor de retourschepen. [Tanggal Penerbitan Dec. 11, 1646] | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 110-111 | Jan. 21, 1647 | Vaststelling van het rantsoen voor Kooplieden, „in effectuele bedieninghe zijnde”, op 10 realen en 6 kan wijn ’s maands, „nevens haere bedongen gagie.” | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 111 | Mar. 9, 1647 | Waarschuwing tegen „costelijckheyt in cleeden ende lijffsornamenten van gout ende silver” en verbod tegen het zich laten nadragen van zonneschermen door slaven. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 112 | Mar. 9, 1647 | Verbod voor Compagnie’s dienaren tegen het op bodemerij „ofte wat name men dat oock soude mogen geven”, uitzetten van gelden op schepen, bestemd „nae eenige in dese Indias gelegene plaetse, in compagnie met burgers of vreemdelingen ofte andersints.” | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 112-113 | Mar. 9, 1647 | Vernieuwd verbod tegen particulieren handel. ― Last op repatriërenden om, vóór hun vertrek, hunne goederen te gelde te maken. [Tanggal Penerbitan Mar. 11, 1647] | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 113-114 | Apr. 2, 1647 | Uitschrijving van een algemeenen vast- en bededag voor de expeditie tegen de Spanjaarden in de Filippijnsche eilanden. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 114 | Apr. 21, 1647 | Last op Weesmeesteren om gelden, „welckers eygenaers niet uytgevonden werden en soo lange jaeren onbekend zijn geweest, buyten interest te laeten leggen ende de reets geadvanceerde penningen te doen afschrijven ende te employeren tot gebruyck van eenigh publicque aedificie, ’tsij stadthuys, armhuys offte soo wij dan te raden sullen werden.” | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 114 | Jun. 15, 1647 | Last op de eigenaren van landerijen „binnen onse jurisdictie ende langs de groote rivier ende de rivier van Crocot” om binnen twee maanden, „voor soo veel yders district van sijn land is streckende”, de wegen van ruigte te zuiveren, „desnoots zijnde, deselve te hoogen”, alsmede genoemde rivieren van struiken en boomstammen te bevrijden. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 114-115 | Jun. 15, 1647 | Octrooi voor den Procureur, J. Ammanus, tot het heffen gedurende 20 achtereenvolgende jaren van tol op eene door hem gegraven gracht. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 115-116 | Jun. 22, 1647 | Verlenging van het octrooi, aan de O.-I. Compagnie verleend, voor den tijd van 25 jaren, gerekend van 1 January 1647. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 116 | Aug. 27, 1647 | Last voor procuratie-houders van in Nederland vertoevende eigenaren van onroerende goederen, „soo buyten als binnen deser stede” [Batavia] gelegen, die goederen te verkoopen vóór het vertrek van de eerstvolgende retourvloot. ― Last voor eigenaren van onroerende goederen die goederen te gelde te maken vóór hun terugkeer naar Nederland. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 116-117 | Aug. 27, 1647 | Octrooi, verleend aan F. Caron, Raad van Indië, en J. Silvernagel, „fabryckmeester”, tot het heffen, gedurende twintig achtereenvolgende jaren, van tol op eene door hen te graven gracht. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman 117 | Sep. 23, 1647 | Intrekking van de Bataviasche realen, geldende 48 stuivers. | C. van der Lijn |
Jilid 2, Halaman-halaman 117-118 | Nov. 9, 1647 | Last, dat „geen betaling van reeckeninge [in Nederland] gedaan mogen werden, tensij blijcke, dat de verbonde tijt van de jaeren in Indiën ten vollen g’expireert zijn.” ― Voorschrift nopens „onwillige en ongehoorsame Cameren.” | C. van der Lijn |