Questionnaire concerning Chinese junks and English ships from and to Amoy, Canton and Ningpo answered by Chinese nakhodas, 20 January 1701

UIT: DAGHREGISTERS VAN BATAVIA, 20 januari 1701 [BEGINNEND BIJ FOL. 25]

Translaat

 

Nog wierd heden ter Generale Secretarye besteld eenige vraag-poincten door de anachodas der Chinese joncken beantwoord, behelsende sodanige saken als bij de volgende insertie van dat geschrift te lesen sijn:

Antwoord op de nevenstaande vragen

Vragen aan de Nachoda’s der Chinese jonken te doen

 

Nimpho

Agt jonken sijn er voorleden jaer van hier na Nimpho vertrocken, waervan er vijf behouden sijn aangekomen en d’andere drie verongeluckt.

Hoeveel jonken ’t verleden jaer van hier na Nimpho geretourneert, en of die alle daer behouden gearriveert sijn of niet.

Twee jonken sijn er anno passado van Banjer naer Nimpho vertrocken daervan er één onderwegen is verongeluckt.

Insgelijx sijn ’er twee jonken van Johor weder na Nimpho vertrocken, die de reys niet hebbende konnen gewinnen; den eenen in Tonquin is aangekomen, en den anderen (soo men meend) het na Canton geset heeft, sijnde anno passado geen Nimphose jonken in Siam, Combodia, nog Quinam geweest.

Item of er eenige jonken van Banjer of Johor, Siam of Combodia, of Quinam in Nimpho sijn gekomen en hoeveel.

Dit jaer stonden van Nimpho na Batavia te komen vier jonken, waervan er drie bereets sijn gearriveert, sonder dat ’er eenige andere jonken buyten dese in Nimpho waren om ergens anders ten handel te vertrecken.

Hoeveel jonken dit jaer van Nimpho in ’t geheel staan hier te komen, en of er ook nog eenige andere na Banjer of andere plaetsen stonden te gaan.

Vier Engelse schepen sijn der verleden jaer in Nimpho geweest.

Item hoeveel Engelse schepen ’t verleden jaer tot Nimpho sijn ten handel geweest en grote of kleene schepen.

En hebben aldaer verhandelt diverse vaderlandse manifacturen van lakenen, grijnen, perpetuanen, barnsteen, en bhaer silver, item thin, en poetsjoek en andere waren meer, die men om dies kleen belang niet noemen kan.

Wat goederen die Engelse schepen daer hebben aangebragt om te verhandelen van lakenen, peper en andere goederen, ook silver.

En wederom ten duursten ingekogt een redelijcke quantiteyt goud in schuitjes, zijde damasten, pelangs, alluyn etc. sonder ’t effectief getal van elx te konnen seggen.

En wat Chinese waren in retour deselve Engelsen wederom hebben ingekogt.

d’Engelse hebben haren handel op ’t eyland Xeuxan gedreven en niet in Nimpho, daer niemand van d’hare is geweest.

Of d’Engelse en andere handelaers tot Nimpho selve ofte wel op Xeuxa ofte het papen eylant haer negotie drijven.

En hebben sij haer altijd op ’t voorschreve eyland gehouden.

En of de hoofden der Engelse ook bij de regenten tot Nimpho eens of meermaels selve sijn geweest, ofte alleen op het papen eylant sig tesamen blijven ophouden. [fol. 26]

Den 10e december jonstleden sijn de drie alhier sijnde jonken van Nimpho vertrocken, en den 9e en 10e deser [januari] hier gearriveerd.

Hoe lange of wanneer dese jonken van Nimpho vertrocken sijn.

Op haer vertreck van Nimpho waren d’Engelsen nog met hare schepen aan ’t voormelte eyland, en besig met deselve te laden, sonder te weten nog ook te hebben vernomen wanneer dat se stonden van daer te vertrecken, maer wel na de gerugten dat er eenige na Engeland, en d’andere nae Souratta souden gaan.

En of alsdoen alle d’Engelse schepen daer nog waren en hoe lange deselve na de gerugten na haer stonden te vertrecken, en of se alle na Engeland of ook eenige nae Chormandel of Souratta soude gaan.

Den Keyser van China was nog volkomen gesont en sijn rijk in een vredigen staet.

Of den Keyser van China nog gesont en alles in ’t rijck van China in ruste is.

 

Aymuy

 

Alle de jonken verleden jaer van hier ten getalle van 5 stux naer Aymuy vertrocken, sijn aldaer behouden aangekomen.

Hoeveel jonken ’t verleden jaer van hier na Aymuy vertrocken sijn en of die alle daer behouden gearriveert is.

Vijf Engelse schepen sijn er verleden jaer in Aymuy, dog maer vier ten handel geweest sonder te weten waer se vandaen gekomen sijn.

Hoeveel Engelse schepen ’t verleden jaer in Aymuy ten handel sijn geweest, en of die alle uyt Engeland of ook eenige van Chormandel of Souratta gekomen sijn.

Een Engels schip is effen buyten d’Aymuyse rivier in ’t uytlopen tegens de klippen geraekt en gebroken, sijnde dit schip ginder alleenlijck aangekomen om gerepareerd te werden, als hebbende na sijn voorgeven een ommelandse reys gedaan, om eenige rovers van sijn natie te observeren, en alsoo door de tijd ontramponeert geraekt.

Of er niet een van die Engelse schepen in Aymuy tegen de klippen verongeluckt is.

Hebbende sij tot ’t repareren haaren bodem in ’t eerst geen permissie van de regenten van Aymuy konnen erlangen, dog daerna is haer egter gepermitteerd sulx in de rivier van Aymuy te doen, sijnde desen bodem bemant geweest met 274 Europese coppen en niet als van een groot gedeelte ammonitie van oorloge voorsien.

En hoeveel volck en wat ladinge dat verongeluckte Engels schip heeft in gehadt.

De goederen bestaande in canon, cruyt en loot en verscheyde geweeren sijn nevens alle dese Engelsen geplaest op seker ontrent Aymuy leggende eyland genoemt Kholongsoe, onder opsigt en bewaringe van eenige Chinese soldaten, want de Chinese regenten hebben de andere Engelse voorgehouden om deselve verdeelt in hare schepen over te nemen, maer sij wouden daertoe niet treden.

En waer het volck en goederen van dat verongeluckte schip bevaren sijn.

Eén van de vier Engelse handelschepen was voor ’t vertrek deser jonken al van Aymuy vertrocken, niet wetende waer, en de andere drie lagen nog in ladinge, sonder te weten wanneer of waer na toe souden vertrecken. [fol. 27]

Of d’Engelse schepen of eenige van dien voor ’t vertrek deser jonken al van Aymuy vertrocken waren ofte niet, en waer na toe.

De Engelse hebben daer ten handel aangebragt en verkogt verscheyde vaderlandse manifacturen, item barnsteen, bloetcoralen, poetsjoek, bhaer silver etc. seer goede koop, en wederom ten duersten ingekogt thee, goud in schuytjes, zijde damasten, witte en gecouleurt, spiaulter, poeyer- en stoksuyker, en andere geringe waren meer welckers quantiteyt de annachodas onbewust zij.

Wat coopmanschappen, silver etc. de Engelse schepen in Aymuy ten handel aangebragt hebben, en wat Chinese retourwaren sij daer weder hebben ingekogt.

Ook isser een moors scheepje geweest met een ladinge van poetsjoek, die hij aldaer verhandelt heeft, en voorts besig was op ’t vertrek deser jonken wederom in te kopen eenig goud, spiaulter, staefkoper, wat porcelijn, en slegte thee, niet wetende werwaerts hij daermede sal vertrecken.

Of ’er ook andere vreemde schepen buyten d’Engelsen op Aymuy sijn ten handel geweest.

Die ’t opsigt over de vreemde negotianten heeft, ontfangt meteenen de thollen en is genaamt Honpho.

Wie ’t opsigt van de Chinese regenten in Aymuy over de vreemde negotianten heeft.

De regent van Tayoan wegens den Keyser van China is een Tarter en sorteerd onder die van Hokzieuw.

Wat voor een Chinees of Tarters regent dat er wegens den Keyser van China op Tayoan resideert, en of die onder de hooftregenten van Hokzieuw of op sigselven sorteert.

De Chineesen sijn in een groot getal thans op Tayoan woonagtig, en sijn alle onder des keysers gehoorsaamheyt.

En hoeveel Chinesen jegenwoordig op Tayoan woonagtigh sijn en of dat alle keysers militairen of een deel daervan inwoonders, handelaers en visschers zijn.

Seven jonken stonden dit jaer van Aymuy herwaerts te komen, daervan er twee bereets g’arriveert sijn. Na de gerugten souden er twee jonken na Banjer ten handel varen en van Johoor en Siam wist men niet te seggen.

Hoeveel jonken dit jaer uyt Aymuy staan na Batavia te komen en of er nog meer en hoeveel na Banjar, Johoor of Siam staan te gaan om te negotiëren.

 

Canton

Twee jonken sijnder verleden jaer van hier na Canton vertrocken en aldaer behouden aangekomen.

Hoeveel jonken verleden jaer van hier na Canton vertrocken en of die daer alle behouden gearriveert sijn.

Twee jonken sijn der dit jaer van Canton hier verschenen, en geen meer stonden er te volgen. Na Banjar is er desen jare een ten handel gevaren dog na Johor of Siam geen.

En hoeveel jonken dit jaer uyt Canton na Batavia staan te komen en of er ook meer na Banjer, Johor of Siam souden gaan.

Drie schepen sijn er verleden jaer omtrent Canton ten handel geweest, die se alle voor Engelsen maer geen Francen hebben aangesien.

Hoeveel Engelse schepen ’t verleden jaer in Canton sijn geweest, en hoeveel Francen.

En hebben aldaer ter negotie aangebragt diverse vaderlandse manifacturen van lakenen, chergies, grijnen, item barnsteen en bhaer silver etc. [fol. 28]

Wat coopmanschappen, peper, silver, etc. de Engelsen en Francen daer ter negotie aangebragt hebben.

En wederom ingekogt gout in schuytjes, zattijnen, damasten, Chinees lijwaet, spiaulter, alluyn, poeyer- en stoksuyker, radix China, soethout en diverse porceleynen in soorte, mitsgaders Japans staefkoper ook swarte peper van de van hier vertrocke Chinesen tot 5 th. ’t picol ingekogt.

En wat coopmanschappen d’Engelsen en Francen in China weder hadden ingekogt om te vervoeren.

d’Engelsen hebben met hare schepen als twee aan Hangsano bij Maccao en een aan Hoeypoey bij Canton gelegen, sijnde die van Canton selve na Hangsano geweest om de coopmanschappen van de Engelsen in te kopen, maer de Engelsen die aan Hoeypoey lagen, quamen dagelijx met hare schuyts en boots selve in Canton om hare coopmanschappen te verhandelen, en soo hebben se hare retourwharen ook successive van de Chinesen ingekogt.

Of d’Engelsen en Francen met hun schepen in de stad Canton selve of in de buyten eylanden, of omtrent Haytimon haren handel drijven.

Neen.

En of d’Engelsen en Francen ook een logie of eenig volck in de stad Canton hebben die daer wonen.

Ook niet.

Item of er ook France en Portugese paters in Canton wonen.

Tot Maccao was er een Portugees scheepje dat (na der gerugten) hier ten handel soude komen, dog naderhand is dat bij haer gestaekt, waervan de redenen de annachodas onbekent sijn.

Of er van Maccaô van de Portugese dit jaer geen scheepje na Batavia sal komen.

Hiervan weten de annachodas niet te seggen.

En hoeveel scheepjens van Maccaô na Goa, en hoeveel na Timor stonden te gaan.

Op ’t vertreck deser jonken waren d’Engelsen met hare schepen aan de twee voorm. plaetsen nog in lading, zonder te weten waer se nae toe souden vertrecken en ook niet wanneer.

Of d’Engelse en France schepen op ’t vertrek deser jonken nog in Canton waren, en hoe lange daer na gissinge sij stonden te vertrecken.

 

En of se alle na Engeland of Vrankrijck, of eenige daer of na Chormandel of Souratta stonden te gaan.

 

Aldus opgesteld, ondervraagt, en beantwoort, Batavia den 20e january anno 1701.