Search Realia

The realia research database can be searched in full text by entering one or more keywords. One of the subject names may be used as a keyword to start with. To limit the number of results, it is possible to set a time frame. After selecting one or more results, the researcher can click on the realia item invoking the browse page on the exact position in the published Realia.

Via a search in the realia researchers may find more hits for the realia subjects. For instance, the subject ‘Banjermassing’ includes 229 results or realia. When a researcher looks for for ‘Banjermassing’, the number of relevant realia is 350. When researchers subsequently click on ‘Date’, these 350 hits will be chronologically ordered. When a researcher clicks on one realia item, for instance the one of 6 February 1660 she will navigate to the time frame of that particular realia. This way of navigating makes it possible to compare the text of the realia  selected with other realia from that particular month or year to check a possible link to other decisions of the Supreme Government, or to take notice of other facts and events around the selected realium. In this case of Banjermassing, researchers will see how that particular realium fits into the context of twenty-two rather randomly selected decisions taken over the years by the Supreme Government on shipments and trading missions in the category of ‘besending’. The same realium, however, is also categorized under Banjermasin.


You searched for: Subject is Banjoewangie. We found 12 results. hide search form

Date Description Archive Reference Subject
July 3, 1800 Tot beter bevolking van Banjoewangie zal den Javas Gouverneur van tijd tot tijd eenige ligtekooyen na derwaards zenden, 3 Juli 1800. Banjoewangie
July 3, 1800 Aan den commandant van Banjoewangie tot belooning van zijne betoonde iever en vlijt in het uitbreiden der peper culture en het verbeteren der contrij van Banjoewangie geduurende zijn verblijf aldaar als commandant te laaten behouden de voordeelen, welke de voornoemde tuinen verder zullen opleveren; voorts bepaald, dat in ’t vervolg de commandanten te Banjoewangie mede van alle de tuinen zij aldaar zullen aanleggen de voordeelen van de producten daarvan zullen genieten voor den tijd dat zij commandanten aldaar zullen zijn, doch dat die voordeelen daarna aan de Compagnie zullen moeten vervallen mitsgaders dat den vervanger van den presenten commandant verplicht zal zijn aan hem of zijn boedel te restitueeren door denzelven gemaakte onkosten tot de extructie van de in de meergemelde tuinen staande gebouwen volgens eene dan te doene taxatie daarvan jaarlijks vijf percent zullen moeten worden afgeschreeven, om dus door den eenen commandant van den anderen te worden overgenomen, mits de gebouwen en plantage’s in een goeden staat onderhoudende, 3 Juli 1800. Banjoewangie
July 3, 1800 Daar het moogelijk zoude kunnen zijn dat de Successeur van den presenten commandant en dies opvolgers niet in staat zouden weezen de invoegen voorsz. te taxeeren waarde der gemelde gebouwen daarvoor af te leggen besloten, den Heer Java’s Gouverneur te qualificeeren, om in zulk een geval na daarvan kennis te hebben gegeven aan deeze Regeering, die de waarde, Compagnies weegen voor te schieten, mits alsdan de invoegen voorschreeven bepaalde vijf percent jaarlijks aan de Compagnie betaald worden, 3 Juli 1800. Banjoewangie
Dec. 23, 1800 Negen en twintig Inlanders, die zich aan verraad op de Marondo hebben schuldig gemaakt, in de ketting geklonken voor altijd na Banjoewangie te zenden, om aldaar voor de kost te arbeiden, 23 December 1800. Banjoewangie
Dec. 23, 1800 De Javaan Mahomethaan Tajan over dat dezelve zich heeft schuldig gemaakt heimelijk in het Huis van de weduwe van den Lieutenant der Chineesche natie Tan Poko in te sluipen doch die uithoofde van valable bewijzen in rechten daarover niet kan worden geactioneert als een verdagt perzoon na Banjoewangie te verzenden, om onder een goed op- en toezicht aldaar te verblijven, 23 December 1800. Banjoewangie
Jan. 20, 1801 Eenige gedetineerdens, geweezen opgezeetenen van de groote Maronde, als zig ten uitersten suspect gemaakt hebbende van meede complices te zijn van den gevlugten Inlandschen Lieutenant Taip c. s. in te ketting te klinken en na Banjoewangie te zenden, 20 Januari 1801. Banjoewangie
Jan. 29, 1801 Den Inlander Saudien en Itam, nevens den wijkmeester van Mouara Blatjang, bappa Adam, welke twee eersten ten uitersten suspect zijn van zich aan de plundering op het Landgoed Tjilientjing te hebben schuldig gemaakt, en den laatsten van de huisen op Mouara Blatjang omvergehaald en uitgeplunderd te hebben, in goede verzeekering na Banjoewangie te verzenden, en de Javasche ministers aan te schrijven, inzonderheid op dezelven een wakend oog te doen houden en den gemelden bappa Adam om geene reedenen hoegenaamd ook uit de ketting te laaten slaan, 29 Januari 1801. Banjoewangie
March 31, 1801 Een inwoonder van de Moeara Gembong, Bahar of Sahar genaamt, als een ten uitersten suspect persoon, van hier in de ketting geklonken naar Banjoewangie te zenden, ten einde aldaar ad vitam geconfineerd te blijven. 31 Maart 1801. Banjoewangie
April 9, 1801 Raden Man, welke bij besluit van 28 November anno passato verweezen is om als een zeer schadelijk subject in de ketting geklonken voor den tijd zijns levens in het ambachts quartier onder een nauwkeurig op- en toezigt geplaatst en aan de gemeene werken ten arbeid gesteld te worden, alsnu met alteratie in zo ver van het voorschreven besluit, nevens den gearresteerden geweesen opgezeetenen van de groote Maronde, die met het schip Mathilda Maria en het scheepje de Patriot na Java in arrest overgaan, mede na derwaards te verzenden, om in zelven voegen als de eerste, in den ketting geklonken voor zijn leven lang op Banjoewangie geplaatst te worden, 9 April 1801. Banjoewangie
Oct. 13, 1801 De Inlandsche Capitain Wiedang of Biedang over begane boevenstukken in de ketting geklonken, naar Banjoewangie te verzenden om aldaar ad vitam gebannen te blijven en voor de kost zonder loon te arbeiden, 13 October 1801. Banjoewangie
Sept. 8, 1803 Voortaan geene dan, die tot de kettingslag verwezen misdadigers naar Banjoewangie te verzenden, 8 September 1803. Banjoewangie
Sept. 8, 1803 Ter bevolking van Banjoewangie, den Gecommitteerde over den Inlander P. Engelhard gelast bekend te maken, dat aan degeenen die genegen mogten zijn naar derwaards te vertrekken, bij hun aankomen aldaar landerijen zullen worden aangewezen, en gereedschappen en buffels verstrekt ter bebouwing van dezelve, en dezulke die zig daartoe bereidwillig zoude mogen tonen alle behulpzaamheid te bewijzen, 8 September 1803. Banjoewangie