Search Realia
The realia research database can be searched in full text by entering one or more keywords. One of the subject names may be used as a keyword to start with. To limit the number of results, it is possible to set a time frame. After selecting one or more results, the researcher can click on the realia item invoking the browse page on the exact position in the published Realia.
Via a search in the realia researchers may find more hits for the realia subjects. For instance, the subject ‘Banjermassing’ includes 229 results or realia. When a researcher looks for for ‘Banjermassing’, the number of relevant realia is 350. When researchers subsequently click on ‘Date’, these 350 hits will be chronologically ordered. When a researcher clicks on one realia item, for instance the one of 6 February 1660 she will navigate to the time frame of that particular realia. This way of navigating makes it possible to compare the text of the realia selected with other realia from that particular month or year to check a possible link to other decisions of the Supreme Government, or to take notice of other facts and events around the selected realium. In this case of Banjermassing, researchers will see how that particular realium fits into the context of twenty-two rather randomly selected decisions taken over the years by the Supreme Government on shipments and trading missions in the category of ‘besending’. The same realium, however, is also categorized under Banjermasin.
| Date | Description | Archive Reference | Subject |
|---|---|---|---|
| Deze resolutie wijst ook aan hoe de stemmen pro Preo en pro Sententia gelden. | Raad van Justitie | ||
| Sie vacatiegelden. | Raad van Justitie | ||
| Zie ook resol. 10-18 May en 6 Septbr. | Raad van Justitie | ||
| Zie Res. 28 Juny, onder Jamby. | Raad van Justitie | ||
| Zie Resol, 3 Sept. 1771. | Raad van Justitie | ||
| Bij een nader vertoog word het te vooren geresolveerde, omtrent de questie tusschen hun en Scheepenen, geïnterpreteerd | Raad van Justitie | ||
| Op een nader adres van gem. Raad over de gem. aangehaalde geweeren, word nogmaals gelast aan herhaalde ordres dezer R. te voldoen en | Raad van Justitie | ||
| Van de afdoening bij dezen Raade van eenige tot de Hooge Regeering gebeezigde bewoordingen door Mr Jacob George van Rossum, word eenlijk aanteekening gehouden, en: | Raad van Justitie | ||
| De gedefungeerde Praesident en Leeden van den Raad van Justitie te Batavia, worden weder gesteld in de exercitie van hunne ambten | Raad van Justitie | ||
| Word door deze R. afgekeurd, dat de Ternaatsche Ministers weegens de voorgevallene veranderingen in den Justitieelen Raad, het Praesidie over de civiele zaaken aan den Fiscaal, en het crimineel aan het oudste lid hebben gedefereert, met verbod van zulke. incompatibele en tegens de ordre strijdende gedoente: | Raad van Justitie | ||
| Ongeacht het 5de articul der pachtconditien, de pachters steeds geëxcuseert geweest zijnde van het overgeven der daarbij vermelde Notarieele Borgtochten, en de onderteekening hunner Borgen in het Pachtboek tot nog toe is gehouden, zo in rechten als daar buiten, als een voldoende acte van Borgtocht aan te merken, en daarop als zoo danig, gelijk tot nu toe altoos plaats gehad heeft, recht | Raad van Justitie | ||
| De respective officieren van Justitie en de Sabandhaars alhier, mitsgads de Fiscaals van de Buitencomptoiren moeten tegen den handel en inkoop van de door de Mooren tot slaaven gemaakte onderdaanen van den Koning Spanje exact vigileeren, 21 May 1762. | Officieren der Justitie | ||
| Den Landdrost Poock gelibereert van de levering van de door den Raad van Justitie begeerde copij van zeker bij deze Regeering ingediend berigt. | Officieren der Justitie | ||
| April 8, 1803 | De respective Collegien van Justitie gelast te zorgen dat de Praktizijns het benodigt getal zegels gebruiken, en geen excuses dat er geen zegels te bekomen zijn te admitteeren, dan wanneer dit in een of ander geval bij een briefje door den collecteur onderteekend geconstateerd is, 8 April 1803. | Officieren der Justitie | |
| April 5, 1803 | Vermits het houden der vendutien door de Secretarissen van onderscheiden oollegien te veel malen goederen van particulieren worden verkogt, die niet aan sterfboedels als andersints tot hunne administratie behooren, zoo is goedgevonden te renoveeren de wetten omtrend den verkoop van losse goederen geemaneert, en te bepalen dat bij overtreding van dezelve, het rendement van zoodanige verkogte goederen zal worden verbeurt, en door die de vendutie komt te houden voor een gelijk bedragen in de boeten zal worden gecondemneert 1/3 voor het gestigt der Pennisten, 1/3 voor de aangever en 1/3 voor de officier die de Calange zal doen, 5 April 1803. | Officieren der Justitie | |
| June 19, 1801 | De officieren van Justitie zullen voortaan de onkosten, waarin zij door den Rechter, zullen worden gecondenmeert, en die zij gehouden kunnen worden conform het Besluit van den 26n April 1800 in officio te moeten voldoen, in alle gevalle, en zonder eenige uitzondering zelfs be-taalen en zullen zodanige onkosten niet ten lasten van de compagnie mogen worden gebragt, 19 Juni 1801. | Officieren der Justitie | |
| June 19, 1801 | De officieren van Justitie gequalificeert, om, wanneer zij vermoeden hebben, dat in de eene of andere wooning of plaats, ongepermitteerd madat word gekookt, geschooven of verkogt, die wooningen of plaatsen, zo wel bij dag als bij nagt te visiteeren, met een der wijkmeesters van het district, waar die wooningen of plaatsen worden gevonden en een geloofwaardig perzoon, of bij absentie van den Wijkmeester met twee gelijkelijk geloof verdienende perzoonen, om in diergelijke gevallen tot getuigen te kunnen dienen, 19 Juni 1801. | Officieren der Justitie | |
| Dec. 19, 1800 | Op de door den Hoogen Raad van Justitie van Nederlandsen Indien bij een den 19 Augs jongstleeden ingekomen adres verzogte bepaaling ten aanzien van extorsien en conclusien die door Pachters en hunne Bediendens gepleegd worden bij de generaale pachtconditien te bepaalen, dat wanneer Pachters of hunne Bediendens de conditien voor hunne pachten bepaald, mogten komen te overtreeden in zodanige poincten, als waaromtrent daarbij geene speciale poenaliteit is vastgesteld en zich aan extorsien en conclusien mogten schuldig maaken, denzelven gestraft zullen worden naar bevinding van zaaken, hetzij met een geld boete, kettingslag of zoodanig als den rechter zal oordeelen te behooren, 19 December 1800. | Raad van Justitie | |
| Oct. 31, 1800 | Ontvangen brief van Heeren Meesters om de schikkingen nopens de Justitie op den ouden voet te laaten, en de titulature van Burgers en Rechters wel te gebruiken wanneer zulks personeel of mondelijk te pas, doch in schriftuuren den titul van den Hoogen Raad van Justitie te gebruiken, 31 October 1800. | Raad van Justitie | |
| July 18, 1800 | te doen, 18 Juli 1800. | Raad van Justitie | |