Surat berasal dari Raja Siam Narai (memerintah 1656-1688) ditujukan kepada Pemerintah Agung, (diterima) 1 Desember 1668

DAGHREGISTERS VAN BATAVIA, 1 december 1668 [1]

In zijn brief zegt de kapitein van Jaccatra dat hij een Nederlander stuurt die buskruit kan maken, en nog een ander die verstand heeft van oorlogszaken en goed met geschut kan omgaan, beide om in Siam dienst te doen. Hierdoor blijkt de oprechtheid van de kapitein van Jaccatra (om hulde te bewijzen) aan de voeten van Alaradt [2], Koning van Siam. Dit waardeert de Koning van Siam ten zeerste. Doch de persoon die verstand heeft van buskruit maken is bij aankomst in de loge van Siam ziek geworden en gestorven, zonder dat hij ooit aan het buskruitmaken toekwam. En de persoon die verstand heeft van oorlog en geschut gaf toen hij werd ondervraagd en gelast om enig geschut af te schieten ten antwoord dat hij daar niet goed genoeg in was. Dus heb ik hem niet naar de oorlog kunnen sturen, en zendt hem bij dezen terug als ondienstig. Om deze redenen vraag ik de kapitein van Jaccatra om een meester op te zoeken die kunstig is in de oorlogsvoering, iemand die buskruit, en nog iemand die steenhouwen kan, om in de loge van Siam te wonen.

Verder heb ik een klein uurwerk gezien, dat in het Nederlands ‘orlogie’ genoemd wordt. Hierin heb ik zin gekregen en ik wenste dat de kapitein van Jaccatra over een jaar of twee een mocht sturen aan de voeten van de Koning van Siam.

Ook heeft Enoch Poolvoet [3] ons bekend gemaakt, dat de kapitein van Jaccatra aan hem een brief [4] had geschreven, waarin hij bevolen werd naar Batavia te vertrekken. De koopman zou in de loge van Siam moeten blijven. Maar volgens het oude gebruik, en zo is het hier altijd de manier geweest, wordt mij eerst aangeschreven wanneer de kapitein van Jaccatra een andere persoon wil sturen om de aanwezige resident te verlossen. En aangezien de genoemde Poolvoet van jongs af aan in Siam dienst heeft gedaan, had ik gedacht dat de kapitein van Jaccatra hem enige andere taken op zou leggen. Maar ik heb hem op het verzoek dat door de Phrakhlang aan de voeten van mij, Alharadt, Koning van Siam, is gedaan, vrij gelaten om naar Batavia te gaan.

Enoch Poolvoet heeft opnieuw bekend gemaakt dat hij kinderen geteeld had bij een slavin van Kanda Sima [5] in Siam. Ik heb op dat verzoek gelet, aangezien de Koning van Siam genegen is met de Nederlandse Koning volgens het voorheen gemaakt contract in vriendschap te verkeren, alsmede ten aanzien van de veelvoudige weldaden die de kapitein van Jaccatra ons bewijst. Derhalve heb ik toegestaan dat de kinderen met hun vader Enoch Poolvoet naar Batavia gaan.

-----

[1] [DKB] Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia Anno 1668-1669, Bataviaasch genootschap 1897, pp. 209-211

[2] Het is onduidelijk wat Alaradt betekent.

[3] Enoch Poolvoet, opperhoofd van de VOC-loge in Ayutthaya, 1662-1663 (waarnemend), 1664-1668.

[4] In het Nationaal Archief (VOC 887) bevinden zich twee geheime brieven van Batavia aan Poolvoet van 22 mei en 3 september 1663.

[5] De vrouw van Poolvoet was onderdaan van de koning, vandaar de uitdrukking “slavin van Kanda Sima”; khet khanthasima verwijst naar het gebied binnen de grenzen van het koninkrijk.