Letter from the Chaophraya Phrakhlang on behalf of King Thai Sa (r. 1709-1733) to the Supreme Government in Batavia, before March 1719, and the answer from Batavia, 18 August 1719

Brief van de Chaophraya Phrakhlang uit naam van Koning Thai Saa (1709-1733) aan de Hoge Regering in Batavia, voor maart 1719.

 

DAGHREGISTERS VAN BATAVIA, 31 MAART 1719

Deze brief van ’s Sjopia Seri Dermaraat Ditsjat Tsjaat Amaat Tiaantsjat Pipit Ratna Raat Kosa Tabdie Apia Piri Brakarma Pahok Tsjopia Berkelang is voor Christoffel van Zwoll, Gouverneur-Generaal van de Compagnie over en door geheel Azië. De Gouverneur-Generaal Christoffel van Zwoll is zuiver en oprecht in de weg van weldadigheid omtrent Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit Prbat Somdet Boromopobip Prapoeti Tsjouw Djehoea mijn genadige Souverein.

Aangezien de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië opnieuw een brief en geschenken met de Hollandse schipper na hier overgezonden hebben in de negende maand van het Hondejaar, met verzoek of ik deze aan Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit zou willen aanbieden, zo zijn de brief en de geschenken volgens oud gebruik ingehaald. Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit heeft zich ten hoogsten verheugd en de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië geprezen omdat op die wijze de weg van onderlinge verbintenis en de zuivere en oprechte vriendschap met de Prins van Oranje en de Compagnie geheel onderhouden worden. Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit heeft mij geordonneerd om de brief te beantwoorden.

In mijn verzonden brief heb ik inzake de voorheen naar hier gezonden gouden zijden stoffen en kleden, na vergelijking met de monsters, deze te grof en slecht, en te hoog in prijs bevonden. De administrateurs van de Khlang [1] wilden deze daarom niet accepteren. Maar gezien onze onderlinge verbintenis heb ik de Khlang bevolen de gouden stoffen te accepteren. Volgens de mening van de Suratse wevers kunnen zij deze stoffen volgens specificatie van de monsters niet bereiden op hun weefgetouwen. De weefgetouwen moeten opnieuw worden ingesteld en de prijzen komen dan hoger uit dan die van voorheen. Ik heb de vrijheid genomen om zodanige monsters van gouden stoffen zoals de dienaren van de Koning deze hadden laten maken over te zenden [naar Batavia], met verzoek of er door de werklieden [in Suratte] zodanige stoffen gemaakt mogen worden en naar herwaards gezonden, en dat voor een redelijke prijs en niet al te duur. De Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië hebben gouden stoffen laten en maken en deze herwaards gezonden in het Paarden- en Bokkenjaar, in een kwantiteit van 133 rollen met diverse prijzen voor 344 catty, 15 thailen, 2 pahas en 1 maas [2]. Aangezien deze prijzen te duur waren, heeft de Kjlang deze niet willen accepteren. De toegezonden gouden stoffen waren te dik en te zwaar van goud, de kleuren te slecht en niet helder genoeg. Deze stoffen waren te duur, ja duurder dan die door de dienaren van de Koning waren aanbesteed en ingekocht.

Hierop hebben de Gouverneur-Generaal en raden van Indië geschreven dat de gewone weefgetouwen van de wevers niet gesteld zijn om te produceren volgens de monsters, met verzoek of een koningsdienaar kon worden overgezonden om dat persoonlijk te onderzoeken. Ik was van plan om de bezorgde gouden stoffen weer naar Batavia te zenden want de Khlang wilden deze niet accepteren. De Compagnie zou maar schade lijden wanneer de stoffen bleven liggen. Maar gezien de onderlinge verbintenis heb ik de Khlang bevolen de stoffen aan te nemen voor de aangeschreven prijs. Het is waar dat op de weefgetouwen [in Suratte] de vereiste stoffen niet gemaakt kunnen worden], want als de kammen van de weefgetouwen te wijd zijn, dan zal de stof ruwer zijn dan de stoffen die in oude tijden gemaakt werden.

Momenteel hebben enkele Coromandelse handelaarse te Siam enige kleden en zijden stoffen, goud gekleurd, ten handel aangeboden. De Khlang heeft een selectie gemaakt en datgene gekocht dat goed en deugdzaam is, zowel van gronding als helderheid van glans, en dat voor een billijke prijs en niet duur. Vele van die soorten zijn vele naar onze zin en naar ons behagen. Van die soorten heeft men er bij het scheepsvolk te koop kunnen krijgen die ons wel te pas komen. Gelieve de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië toch ervoor te zorgen dat de stoffen mochten worden gemaakt volgens de overgaande monsters zoals hiervoor is geschiet. En als de werklieden zouden voorgeven dat zij op hun gewone weefgetouwen die niet kunnen maken, noch zodanige gouden stoffen kunnen bereiden, dat zij in dat geval de weefgetouwen moeten veranderen en dat daarop volgens de monsters zodanige gouden zijden stoffen kunnen weven.

Hierbij worden door mij van enkele van de gouden stoffen die wij hebben kunnen kopen van de Coromandelse handelaars en goed zijn, de monsterlappen aan de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië overgezonden. Zo kunnen Uw Hoog Edelens zien wat voor stoffen het zijn. Betreffende de kleuren, die zijn goed en duurzaam. Hiervan gaan tien monsters over met verzoek of de Gouverneur-Generaal gelieve te verzorgen dat zodanige stoffen door de werklieden gemaakt mogen worden, en herwaards gezonden.

Van de stoffen met zilveren en witte strepen zoals de sompakken, lang 16 en breed 2 cobaers, verzoeken wij drie stukken, het stuk de prijs van 17 thailen.

Volgens nevensgaand beschreven monster van de stoffen die met gouden en witte strepen, en wederzijds van zijde en goud doorwrocht zijn zoals sompakken, terwijl de overgezonden wordende monsterlap der stoffen met strepen zijn, per stuk tot 1 catti en 2 thail, lang 16 en breed 2 cobaers. In overeenstemming met de overgaande cobitmaat [3] moeten deze volgens het beschreven model niet met grote maar kleine rode strepen worden gemaakt, en voorts geheel volgens de monsterlap gemaakt worden, en dat alle van goede, deugdzame vaste achtergronden en kleuren; er wordt om drie rollen verzocht.

Van het stoffenmonster met een grond van sandelkleur, met verspreide zilveren bloemen die rondom met rode zijde bewerkt zijn, volgens het monster lang 15 en breed 2 cobidaars, voor een prijs van 15 thail per rol, insgelijks drie rollen.

Van het stoffenmonster met blauwe, gouden, rode casoemba [4] parelkleurig, geele en lichtgroene zijden strepen volgens het monsterstuk, lang 15 en 2 cobaers voor een prijs van 15 thail per rol, daarvan mede drie rollen.

Idem van het stoffenmonster met lichtgroene, gouden en parelkleurige zijden strepen en ter weerszijden van zwarte zijde dito, volgens het monsterstuk, lang en breed alsvoren, voor een prijs van 8 thail, insgelijks drie rollen.

Van het stoffenmonster met grote gouden en met witte strepen, die wederzijds met rode zijden stepen en parelkleurige strepen [hebben], idem van gouden strepen en doorlopend gouddraad bezet; deze zijn volgens het monster lang 15 en breed 2, voor een prijs van 12 thail per rol; drie rollen van het stoffenmonster met rode zijden strepen, volgens overgaand monster lang 15 en breed 2 cobaars, per rol tot 15 thail, als boven drie rollen.

Van het monster van de stoffen met witte strepen, idem zilveren strepen en strepen van gekleurde zijde en met grote zilveren en kleine zijden strepen afgezet, en ook kleine zilveren strepen conform het monster, lang 15 en 2 cobaars, de prijs van iedere rol 15 thail: daarvan drie rollen. En van het monster navolgens overgaand monster, lang en breed alsboven per rol tot 16 thail, daarvan worden ook drie rollen verzocht. Van al deze soorten stoffen worden de beschreven monsters en de lappen overgezonden, tesamen tien stuks. En aangezien deze monsters merendeels al half versleten en van glans beroofd zijn, en dus maar ternauwernood voor monsters kunnen dienen, verzoeken wij dat de gronden van de stoffen wel gedaan en goed van kleur mogen gemaakt worden, alsmede het goud en zilver, idem de zijde van goede glans, helder en vast van kleur en dat zo van iedere rol. Ook dat de gouden, zilveren en zijden strepen in de lengte mogen vallen, over de gehele lengte van iedere rol zoals dat blijkt bij de voor dato gezonden monsters. Ook moeten de stoffen niet gevouwen maar opgerold worden, en zo naar herwaards gezonden worden, aangezien door het opvouwen de gouden en zilveren strepen maar bederven. De bovengemelde stoffen dan van goede gronden en vaste glans gemaakt zijnde, en de prijzen wat billijker, mogen dan betaald en naar herwaards overgezonden worden. Wij zullen de prijs van ieder stuk door de Khlang en het hier residerende hoofd in de compagnies loge naar gewoonte vereffenen.

De sompacken en packieuws [5] met geschilderde hoofden en gronden in diverse kleuren [zijn bedoeld] om als geschenk te geven aan de onderdanen in dienst van de Koning. Ik heb eerder verzocht of de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië daarvan een levering kunnen doen in het Konijnenjaar, van 300 stuks zowel marados [6] als enkele kleden. Deze zijn te kort en te smal geweest, eveneens te grof, en niet volgens de overgezonden monsters, alles tesamen eveneens van een achtergrond [niet volgens de overgezonden monsters], en bovendien te hoog van prijs. Daarom heeft de Khlang deze niet willen accepteren en alles weer aan het opperhoofd in de loge geretourneerd.

Over de geschilderde sompacken en packieuws voor geschenk aan de dienaren voor Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit is geschreven hoe die moeten zijn. En aangezien de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië verklaren het Hof van Siam alle hulp en dienst te willen toebrengen tot onderhouding van de vriendschap, alsdus verzoeken wij de levering van sompacken met geschilderde hoofden, lang 12 chieus, en breed 6 spannen. En met achtergronden met dubbele ruitjes en perkjes, idem met dammetjes, van verschillende kleuren en ontwerp insgelijks op de manier als de chelassen [7] van diverse soorten, alsmede packieuws met geschilderde hoofden, lang 6 chieus en breed 6 spannen, van diverse soorten en op de wijze als hierboven, alle van goede achtergronden, en vast en levendige kleuren, voor een redelijke prijs en niet te duur zoals de voorheen gestuurde [kleden] zijn geweest.

Aangezien de voorheen overgezonden goewatrangpa kleden maar 6 chieus lang en 6 spannen breed zijn geweest, verzoeken wij dat deze voortaan mogen worden gemaakt met een lengte van 12 chieus en een breedte van 6 spannen zonder randen. En dat er van die soort een ruime hoeveelheid mag worden overgezonden, om te kunnen dienen tot geschenken voor de uit te zenden schepen en regenten.

Men heeft ook goewatrangpaar kleden nodig die lang moeten zijn 8 chieus en breed 6 spannen, om op de wijze zoals hierboven vermeld gemaakt te moeten worden. Gelieven de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië daarvan de leverantie te doen, en dat alle jaren een kwantiteit van 3000 stuks.

De fijne lakenen en de gewone soort zijn ontvangen. Aangezien men nog meer nodig heeft, verzoeken wij voor het aanstaande jaar gerieft te mogen worden met de volgende soorten:

 

  • 200 stuks rode
  • 20 stuks groene gewone lakenen
  • 20 stuks hemelsblauwe gewone lakenen,

 

want aangezien de voorheen na Siam gezonden lakenen om aan de dienaren te verstrekken niet te pas komen, verzoeken wij of de verdere verzending daarvan achterwege mag blijven.

Insgelijks mag achterwege blijven de overzending van kleine korte schietgeweren, als van geen nut zijnde. En omdat de toegezonden lange snaphanen, die goed zijn bevonden, een te grote kogel afschieten, verzoeken wij dat erop gelet mag worden dat er zodanige [worden verzonden] die een kleinere kogel afschieten, zwaar een paha, voorts van een paha en een powang [8], en van de zwarte van vijf masen.

Bij mijn vorige schrijven heb ik om de bezorging van 10 stuks snaphanen en twee pistolen, idem drie stukken karmozijnrode fluwelen verzocht, alsmede het maken van 50 stuks klein kanon om op de olifanten te gebruiken, naar de zin van het hof. Thans verzoeken wij tien stuks fijne Hollandse snaphanen, ontworpen volgens de Franse manier die goed en sterk zijn, en geselecteerd op [het afschieten] van kogels van een paha. Idem van een paha en een powang, alsmede van vijf masen. Maar van pistolen bleek [bij overzending] niets, het zal een fout geweest zijn.

Wij verzoeken dat naar herwaards mag worden gezonden vier stuks fijne snaphanen die hecht en sterk zijn, zodanige als de koningen in Europa gebruiken, gesorteerd op kogels van de zwaarte van een paha en een powang, en van vijf mazen. En dat de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië gelieven te verzorgen dat deze door de smits zodanig mogen worden gemaakt, dat ze naar onze zin mogen wesen. Ook dat de nog ontbrekende 50 stukjes kanon om op de olifanten te gebruiken, ten spoedigste mogen worden gemaakt, hecht en sterk, en na het daarvan eertijds overgezonden model.

De verzochte Portugese hoeden, waarvan reeds een hoeveelheid van 250 stuks herwaards is gezonden, en de overige 250 stuks nog worden verwacht, zou ik weer terug willen sturen omdat de randen te slap waren. Maar het opperhoofd heeft beloofd deze stijf te zullen maken en heeft dat ook gedaan. Derhalve verzoek ik dat de nog mankerende 250 hoeden niet zo slap zullen zijn als de reeds overgezondene, en dat de hoedenmakers behoorlijke instructie mogen krijgen.

Wij twijfelen niet aan hetgeen in de overgezonden brief vermeld staat over de afgegane orders voor het ruikend sandelhout van Timor, en de mahora op de wijze als een hanespoor van Bengalen of uit Arakan. Wij verwachten hetzelve het aanstaande seizoen.

Aangezien wij graag met wat kaneel, nootmuscaten en kruidnagelen geriefd willen worden om daarvan medicijnen te maken, derhalve verzoeken wij of de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië jaarlijk van elk vijf pikols naar herwaards gelieven over te zenden.

Aangaande het overzenden van contanten en het zeggen dat de Compagnie [dat zij] niet meer dan tot het gebruik in de handel nodig kan zenden, verzoeken wij of de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië een grote kwantiteit contanten kunnen zenden om naar gewoonte door de Khlang vermunt te worden. Men zal ervoor zorgen dat er niets zal overblijven van hetgene als tot de handel en voor giften aan het opperhoofd wordt gezonden, en dat alles verbruikt zal worden.

De Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië schreven dat door de storm in Ligor in het jaar 171? (na de Siamse tijdrekening) voorgevallen de Hollanders door dat toeval weinig tin hadden kunnen krijgen. Dat dat tegen de contracten zou zijn, verwondert mij. Het opperhoofd zegt niet te kunnen geloven dat er in het Bokkenjaar zo’n zware storm zou zijn geweest, waardoor de bomen, heuvelen en tinmijnen verwoest zouden zijn geworden op de plaatsen waar tin wordt gegraven. In tegendeel, zij hebben nauwelijks hun quota voor de Koning kunnen halen, en zich ten uiterste genaarstigd om wat meer (maar niet zoveel als voorheen) [te verzamelen]. Dit is de reden waarom de Hollanders zo weinig tin hebben gekregen, gelijk dat genoegzaam bekend is bij de resident van Ligor.

De Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië delen mede dat zij een geldlening van 2000 rijksdaalders hadden verstrekt aan de overgezonden paardenkopers om daarvoor op Java de inkoop van paarden te doen. Verder dat er wel veel paarden zijn, maar dat omdat deze alleen op betaling werden opgekweekt de dienaren van de Koning deze niet willen kopen. Ze kopen alleen de gewone paarden waar zij maar 7, 8, 9 à 10 rijksdaalders per stuk voor geven, hetgeen we moeten geloven. Voorts dat de obligatie van het geleende geld aan het opperhoofd in de compagnieslogie alhier was overgezonden. De paardenkopers Koentas Patsji en Trampakdi hebben bij terugkomst gezegd dat de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië hen zeer veel genegenheid hebben bewezen en geassisteerd hebben met een geldlening van 2000 rijksdaalders, hetwelk tot 6 mazen per rijksdaalders gereduceerd is, zijnde aan zilver gelijk aan 37 kati en 10 thail.

Maar eenmaal in Semarang aangekomen, zei de landvoogd dat hij de Hollanders in Semarang had verboden om met de koningsdienaren buiten de stad te gaan om reden van oorlog. [9] Zij zouden te Semarang verblijven en aldaar de inkoop van paaren doen. En de landvoogd de Javanen had gelast om paarden naar Semarang te brengen om daarvan de inkoop te doen, en paarden uit te zoeken van de vereiste grootte, goed van postuur en snel in het lichten van de poten. Maar zodanige paarden als wel naar onze zin zouden zijn hebben wij niet kunnen krijgen. Een stuk of 2 à 3 waren bijna van de vereiste maat maar toen de koningsdienaren die wilden kopen, werd er 50 á 60 rijksdaalders per stuk gevraagd, hetwelk naar hun waarde te duur was zodat de inkoop niet kon plaatshebben.

Als die paarden goed waren geweest, dan zouden zij die hebben gekocht. Maar de koningsdienaren hebben weer gewone paarden moeten kopen en naar herwaards brengen. Zodanige die slechts voor het gebruik van uitzendelingen zijn. Zij hadden wel goede paarden kunnen krijgen als zij naar buiten hadden mogen gaan, want buiten Semarang zijn kudden van veele paarden. Van Siam werden alle jaren de paardenkopers overgezonden, en dat met het oogmerk om paarden te krijgen naar de zin van het hof. Maar omdat we geen enkel goed paard kregen, gelieven de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië te zien op de weg van onderlinge verbintenis, en de landvoogd en de bedienden van de Compagnie in Semarang te ordonneren dat zijlieden de koningsdienaren de behulpzame hand bieden en hen vergunnen om buiten te gaan om paarden te kopen.

En aangezien men in het koninkrijk van Siam graag in het bezit wil zijn van diverse zilverwerken heb ik enige modellen van tin doen vervaardigen en aan het opperhoofd gegeven, en ieder model met een opgeschrift gemerkt. Wij verzoeken om van het monster van de waterpotten een kwantiteit van 10 stuks, van het monster van de kleine kommen met deksels ingelijks 13 stuks en van het monster van de waterkommen met voetjes 89 stuks, derhalve deze vijfderhande [10] zilverwerken tesamen een getal van 138 stuks tellen. Daartoe zal wel benodigd zijn 70 à 75 kati zilver. Wij verzoeken het aanstaande moesson daarmede gerieft te mogen worden. De onkosten van dien zullen na oud gebruik door de Khlangs aan het opperhoofd weer voldaan en vereffend worden.

Vanwegen Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit Somdet Boromo Bopit Prapoeti Tsjauw Djehoe mijn genadige Souverein werd ten geschenk gezonden: 102 bahar, 1 pikul, 17 kati en 3 Chinese thailen tin; 4005 stuks, 18 catty, en 12 Chinese thailen sappanhout aan de Gouverneur-Generaal en de raden van Indië.

En insgeklijks werd door mij gezonden: 6 bahar, 66 catty, en 13 Chinese thailen tin, en 273 pikuls, 39 en 11 Chinese thailen sappanhout aan de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië tot onderhouding van de vriendschap om de onderlinge toegenegenheid van Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit Prabat Somdet Boromo Bopit Pra Poeti Tsjauw Djehoua, mijn genadige Souverein en de vriend- en bondgenootschap met de Prins van Oranje, de vorst en heer van de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië in het aanstaande meer en meer te bevestigen. […]

 

Antwoord van de Hoge Regering in Batavia aan Koning Thai Saa (1709-1733), 18 August 1719. 

 

DAGHREGISTERS VAN BATAVIA, 18 AUGUSTUS 1719

Aan de Koning van Siam.

Met bijzondere vreugde en hoogachting van de Gouverneur-Generaal Henric Zwaardecroon en de Raden van Indië is hier aangebracht en met groot opzicht en statie ontvangen de heerlijke en uitstekende brief van Zijne Hoog Aanzienlijke Majesteit den Siamse Koning Probat Somdet Borom Sopit Praoepoe Ditsjoe Djoehouw, die steeds overwinnende, en ontzaggelijk voor zijn vijanden is; het rijk met wijsheid regeert en de vriendschap onderhoudt, en door de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië een lang leven en een gelukkige regering wordt toegeboesemd, en speciaal bedankt wordt voor de gunstige gedachten die het Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit behaagd heeft gehad vanwege de weg van vriendschap over de regering in dit oord [Batavia] te hebben.

En terwijl het oogmerk van de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië niet anders is dan om die vriendschap te vermeerderen heeft men tot voorzetting van dien hoognodig en onvermijdelijk geacht Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit bekend te maken hoe de enige God van hemel en aarde uit deze wereld heeft los en vrij gemaakt de Gouverneur-Generaal Christoffel van Swoll, in wiens plaats is getreden de tegenwoordige Gouverneur-Generaal Henric Zwaardecroon. Hij zal met evenveel en dezelfde zucht en ijver als zijn loffelijke voorzaten, naast alle raden van Indië, trachten te bewaren en te vergroten, de dierbare gunsten en genegentheden van Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit, omdat men door ondervinding van vele jaren, en zoals opnieuw gebleken is uit Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteits ontvangen brief, verzekerd en overtuigd zijn van de goede wil waarmede de Koning tot welzijn van de Nederlandse Compagnie is toegedaan. Men twijfelt er niet aan, nu Zijn Hoog Aanzienelijke Majesteit, navolgende de gewoonten en de contracten, zijn gunsten wil blijven continueren.

De dienaren van de Edele Compagnie die in het Siamse koninkrijk zijn, zullen zich na die gewoonten en contracten behoorlijk schikken en onze successieve bevelen daarover tot genoegen van Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit prompt opvolgen en nakomen.

Voor de hoogwaarde geschenken die het Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit heeft behaagd te doen [zenden], betuigen de Gouverneur-Generaal en de Raden van Indië bij dezen haar dankbaarheid, en laten nu in wedererkentenis en tot teken van achting met deze brief overgaan zodanige kleinigheden waarvan zij hopen dat deze Zijne Hoog Aanzienelijke Majesteit aangenaam zullen zijn, te weten:

 

  • 30 stuks roode
  • 10 stuks blauwe
  • 10 stuks groene
  • 250 stuks hoogbolle hoeden
  • 93 stuks falconetten [11]
  • 14 stuks fijne uitgekapte snaphanen
  • 40 stuks brillen in soort
  • x balen kaneel
  • x pikuls nagelen
  • 3 pikols nootmuskaat
  • 22 stuks oradikay [12]

Geschreven in het Kasteel te Batavia op het eiland Groot Java de 18e augustus 1719, H. Zwaardecroon.

 

-----

[1] De schatkist, of eigenlijk beter de koninklijke pakhuizen.

[2] Mas: geldsoort met verschillende waarden in elk land. In Siam gelijk aan 1/16 tael.

[3] Cobit, cobido, Indiase maatsoort van ongeveer 70 cm.

[4] Casoemba, kesumba, oranje-rode bloem die werd gebruikt als kleurstof, medicijn en als kleurstof voor voedsel in plaats van saffron. Zie VOC-Glossarium.

[5] Packieuws, pha kiwe, een doek om de middel gedragen.

[6] Marados, photas, een soort gespikkelde Indiase katoensoort.

[7] Chelassen, “sellas”, wit of geel katoen met zwarte strepen, geproduceerd in Choromandel voor de export naar Zuidoost-Azië.

[8] Powang, fueang/füang, geldsoort in Siam, gelijk aan 1/32 taël.

[9] De Tweede Javaanse Successie-oorlog begon in 1719 toen Pakubuwana I (1704-1719) overleed en zijn zoon Amangkurat IV op de troon steeg tegen de zin van zijn broers en de prinsessen Blitar en Purbaya. Zij vielen de kraton aan in juni maar werden door de plaatselijke VOC-bezetting verhinderd. De rebellen trokken zich terug naar Mataram maar werden gaandeweg verslagen. De voornaamste leiders werden verbannen naar Ceylon. M.C. Ricklefs, War, Culture and Economy in Java 1677-1726. Asian and European Imperialism in the early Kartasura period. Sydney: Allen & Unwin, 1993.

[10] Twee sets missen?

[11] Falconet, lichte kanonnen.

[12] Oradikay, een (medicinale?) wortel.